“Rol van Veneca in het Pensioenfonds is duidelijk”

Hans Veltkamp vertegenwoordigt al ruim zeven jaar Veneca in het bestuur van het Pensioenfonds Horeca & Catering. Volgens hem heeft Veneca een bijzondere positie “Veneca heeft geen eigen zetel, maar heeft desondanks een belangrijke rol in het Pensioenfonds.”

Achtergrond

Veltkamp zelf heeft een achtergrond die gekenmerkt wordt door de wereld van pensioenen. Hij werkte jarenlang bij Nationale Nederlanden en diverse actuariële adviesbureaus. Momenteel is hij werkzaam bij een bureau waar hij zich voor zowel de fondsen als de werkgevers en werknemers inzet. Hij heeft al een kwart eeuw ervaring met het ontwerpen van pensioenregelingen, en het begeleiden van de uitvoering ervan. Zo ook voor het Pensioenfonds Horeca & Catering. “Ik denk dat ik inderdaad de aangewezen persoon ben om me in te zetten voor Veneca”, lacht hij.

“Veneca heeft geen eigen zetel in het bestuur van het fonds, maar vervult deze uit naam van  Koninklijke Horeca Nederland (KHN)”, legt Veltkamp uit. “Het cateringgedeelte is zo’n 10 procent van de premie, het horecadeel 90 procent.” Dat zorgt ervoor dat Veneca, ondanks dat we een stuk kleiner zijn dan de horeca, toch een goede vinger in de pap heeft.

Efficiënt fonds

Dat betekent dan ook dat de belangen van Veneca goed vertegenwoordigd zijn en dat er voor de cateringmedewerker veel uit het Pensioenfonds te halen valt. Door samen met de horeca in het fonds te zitten zijn er voordelen voor de cateringmedewerkers en werkgevers: ten eerste zijn er schaalvoordelen doordat het fonds een gezonde omvang heeft. Ook is het fonds erg efficiënt in de uitvoering van de pensioenregeling doordat het gebruikmaakt van de zogeheten loonaangifteketen voor gegevensaanlevering.

Dit voorkomt veel administratieve rompslomp voor werkgevers. Tot slot heeft het fonds, in tegenstelling tot bijna alle andere fondsen in Nederland, een eigen uitvoeringsorganisatie. Dat alles zorgt voor een fonds met een van de laagste kosten per deelnemer in de pensioensector, gemak voor de aangesloten werkgevers, optimale service richting de deelnemers en voor schaalgrootte in beleggingen.

Verschillen tussen medewerkers

De horeca kenmerkt zich voornamelijk door jonge werknemers, kortdurende contracten en een gelijke man-vrouwverdeling. In de cateringbranche ligt dat net even anders, weet Veltkamp: “Hier gelden langere dienstverbanden waardoor deelnemers gemiddeld wat ouder zijn. Daarnaast zijn er meer vrouwen werkzaam dan mannen, de verhouding is respectievelijk 70 procent tegen 30 procent.”

Pensioen opbouwen is voor mannen goedkoper dan voor vrouwen omdat mannen gemiddeld wat korter lever. Daarnaast geldt: hoe hoger de leeftijd, hoe hoger de kostprijs van een pensioensregeling. Voor de kostprijs van het Pensioenfonds Horeca & Catering wordt uitgegaan van de gemiddelde leeftijd van de hele groep. Een jonger iemand betaalt evenveel premie als een ouder iemand maar krijgt daar minder pensioenopbouw voor terug. Dit vanuit de gedachte dat een ingelegde euro van een jongere nog lang kan renderen.

"De belangen van de cateringmedewerker zijn goed vertegenwoordigd."

Omdat de horecawerknemers dus over het algemeen jonger zijn, en de man-vrouwverhouding vrijwel gelijk is, betekent dit een lagere premie voor iedereen in het fonds wat extra gunstig is voor de cateringwerknemers. “De catering lift dus mee op de horeca”, geeft Veltkamp aan. “Daar zijn we heel open over. Maar het voordeel voor de ene groep is gewoon veel groter dan het nadeel voor de ander. Het voordeel voor catering om mee te doen, is dan ook evident”. Gelukkig zijn de contacten met Horeca goed en waardeert men catering zeer.

Toekomst

Een mooie regeling, die in de toekomst waarschijnlijk de nodige veranderingen zal ondergaan. Veltkamp blikt alvast vooruit, naar 2021: “In het regeerakkoord zijn afspraken gemaakt die impact kunnen hebben op een mogelijke, nieuwe overeenkomst. Het voordeel op leeftijd wordt in principe afgeschaft. Het voordeel op geslacht niet, maar mannen en vrouwen groeien steeds meer naar elkaar toe en gaan meer op elkaar lijken. Taken worden anders verdeeld.”

Maar omdat het voordeel rondom leeftijd weg zou vallen, heeft iedereen die pakweg ouder is dan 45 daar last van. En omdat in de catering de werknemer gemiddeld ouder is, vindt Veltkamp dat een heikel punt: “Dat is dan niet de bedoeling”, zegt het bestuurslid stellig. “Over compensatie en transitiemaatregelen moeten dan ook goede afspraken gemaakt worden. Die compensatie is dan ook een belangrijk onderdeel in de komende onderhandelingen over een nieuw pensioenakkoord: hoe gaat deze gefinancierd en toebedeeld worden? Het uitgangspunt is dat de premies niet direct gaan stijgen, en dat een transitie naar een ander stelsel zorgvuldig en evenwichtig plaatsvindt, dus ook voor de Veneca deelnemer. Dat vinden we écht belangrijk.”